TOP
arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt vierde kwartaal 2022

In het vierde kwartaal van 2022 is de arbeidsmarkt opnieuw krapper geworden, na een lichte verruiming in het derde kwartaal. Dit blijkt uit de recente arbeidsmarktcijfers van het CBS. Het aantal werklozen nam af met 13 duizend vergeleken met het voorgaande kwartaal. Het aantal openstaande vacatures liep ook terug, maar minder sterk, waardoor er nog steeds meer vacatures zijn dan werkzoekenden. Voor elke 100 werklozen waren er 123 vacatures beschikbaar.

Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt groeide het aantal banen nog steeds, met maar liefst 85 duizend. In het derde kwartaal was er nog een afname te zien in het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, maar in het vierde kwartaal is dit aantal weer toegenomen. Deze ontwikkelingen hebben mogelijk gevolgen voor werkgevers en werknemers in diverse sectoren. Het is daarom belangrijk om de arbeidsmarktontwikkelingen nauwlettend te volgen en waar nodig bij te sturen.

Openstaande vacatures

Eind december 2022 was er sprake van een afname van het aantal openstaande vacatures in Nederland. Het totale aantal openstaande vacatures bedroeg 442 duizend, wat neerkomt op een daling van 7 duizend ten opzichte van het einde van het derde kwartaal. Dit is de tweede opeenvolgende daling na acht kwartalen van voortdurende stijging van het aantal vacatures.

Van de diverse bedrijfstakken zijn er drie die de grootste bijdrage leveren aan het totale aantal openstaande vacatures. Dit zijn de handel met 89 duizend, de zakelijke dienstverlening met 73 duizend en de zorg met 64 duizend vacatures. In totaal zijn deze bedrijfstakken verantwoordelijk voor de helft van alle openstaande vacatures in Nederland.

Meer werknemers met een flexibele arbeidsrelatie

In het vierde kwartaal van 2022 is het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie gestegen met 43 duizend naar 2,7 miljoen. Dit is een toename na een daling in het derde kwartaal van hetzelfde jaar. Tegelijkertijd steeg het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie met 43 duizend naar 5,4 miljoen. Het aantal zelfstandigen nam ook toe, met 17 duizend, en kwam uit op 1,6 miljoen. Deze groei was echter alleen van toepassing op zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).