TOP

De kledingbranche is zichzelf niet meer. Gelukkig maar.

Hoe verder de ramp, hoe minder media-aandacht er aan wordt besteed. Maar door de vele slachtoffers in de kledingindustrie kan niemand meer om het woord duurzaam heen. Aanpassen is het devies.

Aan de tijd dat ik Aziatische kledingfabrieken inspecteerde heb ik deprimerende herinneringen. Ik denk aan gigantische fabriekshallen waarin eindeloze rijen jonge meiden stilzwijgend hun naaimachines laten ratelen. Soms tot 14 uur per dag. Massaal zoeken ze ander werk, zelfs als de arbeidsomstandigheden veilig zijn en ze het minimumloon krijgen. Je zou niet met ze willen ruilen.

Kledingproductie is in veel Aziatische landen geen branche waar je oud wilt worden. Sommigen worden dat ook niet. Ruim 600 werknemers zijn sinds 2006 omgekomen in Bengaalse fabrieksbranden. Rana Plaza tilde het aantal slachtoffers van onveilige werkomstandigheden in een keer richting de 2000. Geen incident, maar de uitkomst van een trend.

Aandacht = aantal doden / afstand

Wat Rana Plaza is hoef ik u niet uit te leggen. Ook dat is de uitkomst van een trend. Internationale media besteden meer aandacht dan ooit aan dit soort rampen – en de nasleep ervan. Een cynische mediawet stelt dat: media-aandacht = aantal doden / afstand. Bangladesh ligt ver weg, maar ruim 1100 doden negeer je niet. Wij dragen die kleding. Het zit ons letterlijk op de huid.

Kunnen kledingbedrijven het zich dan nog veroorloven om ellende in hun productieketens te negeren? Nee. De stemming in de sector is drastisch omgeslagen sinds Rana Plaza. Toen de Schone Kleren Campagne het veiligheidsakkoord voor Bangladesh in 2011 presenteerde, tekenden alleen PVH en Tchibo. Na Rana Plaza zetten plotseling tientallen bedrijven hun handtekening.

Zeemeeuw

Eind september riep minister Ploumen in een open brief Coolcat, Prénatal en Wibra op hetzelfde te doen. Coolcat liet weten het akkoord ‘onduidelijk en verkeerd getimed’ te vinden. Prénatal ‘moest er nog over nadenken’. Wibra reageerde helemaal niet. Daarna bleef het stil. Totdat minister Ploumen in november haar oproep herhaalde in het AD. Dit keer sprongen andere media er bovenop.

Coolcat reageerde als door een adder gebeten, maar nog steeds weinig inhoudelijk. Je mag Ploumen best vergelijken met een schijtende zeemeeuw, maar dat verklaart niet waarom je weigert een veiligheidsakkoord te ondertekenen. Ook Prénatal en Wibra moesten het akkoord nog eens goed overdenken. Binnen een paar dagen echter gingen Coolcat en Prénatal alsnog overstag.

Antwoord klaar

Een transparant MVO-beleid hebben de genoemde bedrijven niet. Ze staan hierin niet alleen, maar hun gezelschap wordt wel steeds kleiner. Als C&A, G-Star, Esprit, H&M, Zara, Nike, maar ook MKB’ers als Studio Jux, Star Sock, Mud Jeans en Oat Shoes hun productieketen succesvol verduurzamen, zou ik opletten als kledingondernemer. Of in elk geval een antwoord klaar hebben.

Dit hadden H&M, WE en C&A nadat PETA een maagomdraaiend filmpje publiceerde waarin we zien hoe Angorakonijnen worden kaalgeplukt. Binnen enkele dagen deden deze bedrijven Angorawol in de ban, totdat zeker is dat hun wol van onverdachte bron is. PETA zal zich wel in de ogen hebben gewreven na zo’n onverwacht succes. Maar zoals ik al zei: deze sector is zichzelf niet meer. Aanpassen is dus het devies.

Michiel van Yperen is Sectormanager Textiel bij MVO Nederland: hét nationale bedrijvennetwerk voor duurzaam ondernemen.